Rechtvaardige Rechters

BRIEF 13 van 1 oktober 1934, Brussel I

Monseigneur,

U heeft gemeend niet te moeten antwoorden op mijn laatste persoonlijke brief. Ik begrijp dat bepaalde zinnen u geen plezier zullen hebben gedaan, want niemand houdt ervan met de rug tegen de muur te worden gezet die hij zelf zopas heeft opgetrokken. Maar dat is allemaal slechts van ondergeschikt belang.
Het essentiële feit dat per slot van rekening uit onze briefwisseling tevoorschijn komt, is dat noch uw vorige antwoorden noch uw huidige stilzwijgen erin geslaagd zijn de R.R. opnieuw te laten verschijnen! En wij zijn op het dode punt aangekomen waarop u onze voorwaarden zult moeten aanvaarden en zo in bezit van het werk te komen, ofwel alles wat u heeft teweeggebracht op u zult moeten nemen en dat zonder de hoop ooit datgene terug te vinden, waarvan alleen ik in de gelegenheid ben het u te leveren.
U moet mij toestaan vast te stellen dat ik alles heb geprobeerd wat mogelijk was om de R.R. te redden. Na tot aan de grens van wat wij redelijkerwijze konden doen te hebben toegegeven, en niettegenstaande uw voortdurend herhaalde en onmogelijk in de praktijk te realiseren antwoorden, geloof ik mijn plicht als Leider te hebben vervuld, helemaal tot het eind ... en ik trek bij de Kameraden mijn bevel in om de uitvoering van hun wraak uit te stellen.
Ze zijn vrij en zoals voor hen en zoals voor u blijft er voor mij niets anders over dan de gebeurtenissen af te wachten. Ik was mijn handen in onschuld en ik vertrek, met gerust hart, en neem mijn verschrikkelijk geheim mee.
Ik verzoek u te aanvaarden, Monseigneur, mijn eerbiedige groeten, alsook mijn spijt dat u niet de juiste waarde heeft kunnen inschatten van de mannen waarmee u deze zaak, waarvan niemand het historische belang zal ontsnappen, heeft behandeld.

D.U.A.

Gezien de ernst van de feiten wil ik u nog een gelegenheid laten om mij vóór mijn vertrek te bereiken. Ik zal de vierde dag nadat deze brief u zal hebben bereikt, de Krant lezen. En ik zal haar proberen te lezen de eerste van de maand, indien het mogelijk is.

D.U.A.

Ik zal uw antwoord lezen tussen de 26ste en 29ste van deze maand.
Antwoord in advertentievorm:

geen antwoord

vorige brief

brief14

Naar eerste pagina